Missie

Er zijn zoveel waarheden. De waarheid van de indiaan is deze, dat hij al eeuwen woont en leeft, in harmonie met zijn omgeving. Dacht je dat indianen bang zijn voor de slang, de bij, de sidderaal, de piranja? Nee, ze leven en ademen samen in de schepping.

In een evenwicht met de omgeving oogsten de indianen uit de natuur niet meer dan ze nodig hebben voor hun eigen voortbestaan, en op hun beurt houden ze zo de natuur in stand. De indianen zijn geboren om de grond te stampen na hun eerste aanraking met moeder aarde en zonder angst geven ze zich terug aan het einde van hun wandeling. Volgens de wet van de natuur worden de geheimen van de grond niet ontrafeld. En ook de geheimen van het indiaanse volk niet, want zij zijn niet begrepen.

De Caraïben van Suriname geloofden in een paradijs, in het oosten. En zon en leven, de verlichting, kwamen uit het oosten. Dit geloof kwam hen duur te staan, want ze meenden dat de mannen die over de golven uit het oosten kwamen, ook goddelijk waren. Toen de indianen begonnen te begrijpen wie ze gastvrij toegang hadden gegeven tot de schepping was de plundering al begonnen. En de indianen trokken zich terug in hun wouden, onzichtbaar voor de veroveraar, om in vrijheid voort te leven.

Waar de indiaan ademt, is ook zijn geest en die is altijd fris en puur. Een nieuw verhaal is niet nodig, er is één verhaal. Als Caraïb indiaan zie ik het als mijn missie om dat verhaal nu te vertellen, aan mijn volk maar ook aan de volken die uit het oosten over de golven naar ons kwamen. Maar ook aan hen die ik opgezocht heb over de golven naar het westen, want ik wilde die ander ontmoeten.